In Rutger Bregman zijn nieuwe boek ‘Morele ambitie’ haalt hij een model aan waarmee je kan bepalen welke wereldproblemen je het beste aan kan pakken als je impact wil hebben. Dat is het zogenaamde 3-O model: problemen moeten Omvangrijk zijn, Onderbelicht zijn en Overkomelijk/Oplosbaar zijn. Tevens laat hij dan ook een aantal mooie voorbeelden de revue passeren waarin met de focus op iets heel kleins of eenvoudigs toch een groot verschil gemaakt kan worden. Zo is er iemand die zich focust op het onderwerp loodvergiftiging, wat nogal onderbelicht is, maar het aantal geschatte doden per jaar loopt in de miljoenen. En de aanpak kan soms zo simpel zijn als het vragen aan overheden om de uitvoering van de wet te controleren zodat er geen loodhoudende verf meer wordt verkocht.
Van de energietransitie zou je zo langzamerhand wel kunnen zeggen dat van onderbelichting geen sprake meer is. De 3-O’s kunnen echter nog met recht toegepast worden op het onderwerp biodiversiteit. Als we alleen al kijken naar de gekozen SDG’s bij institutionele beleggers (de grafiek hieronder) valt meteen op hoe duidelijk we de energietransitie in beeld hebben met oa SDG 7 & SDG 13. Eveneens valt op hoe ondervertegenwoordigd thema’s binnen biodiversiteit zijn met de slechts beperkte aandacht voor SDG 15 ‘Leven op het land’ en SDG 14 ‘Leven in het water’.
Voor diegenen die niet meteen het hele boek van Rutger Bregman willen lezen, maar toch een goed idee willen krijgen over de ideeën en voorbeelden, is het een aanrader om de podcast van de Correspondent te luisteren [De Rudi & Freddie show, ‘Stop met het verspillen van je talent en DOE WAT’]. Het gaat niet meteen over biodiversiteit, maar wel degelijk over impact maken.
We zijn ons al langer aan het ingraven op het onderwerp biodiversiteit. En vergeleken met de relatieve eenduidigheid in de klimaattransitie is biodiversiteit zo … divers. Wat meteen opvalt is dat er veel wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar de verschillende thema’s binnen biodiversiteit. Deze kunnen onderverdeeld worden in [conform IPBES]: i) vernietiging/verandering van leefgebieden, ii) vervuiling, iii) overexploitatie, iv) invasieve exoten, en v) klimaatverandering. Alleen al over invasieve exoten bestaan vuistdikke rapporten [zeer recent verschenen] die een hoop inzichten en research bevatten. Wat je er echter niet uit leert, is hoe je dat kan verbinden aan beleggen. Wat overigens voor dit thema wellicht ook lastiger is dan bijvoorbeeld voor een thema als vernietiging van leefgebieden.
En dat brengt ons meteen bij het tweede boek in deze blog. Een tijd geleden kregen we via Pymwymic (met dank!) het boek ‘The hidden life of trees’ van Peter Wohlleben. Al lezende (we moeten bekennen dat we geen biologen zijn) begrijp je al snel dat je er nog niets van begrijpt. Een bos is zoveel meer dan de bomen. En ondergronds gebeurt er veel meer dan je bovengronds kunt waarnemen (letterlijk en figuurlijk). Alleen al de manieren waarop bomen (van dezelfde soort) elkaar steunen, de wisselwerking met schimmels in de bodem, hoe lang het duurt voordat je de hele biodiversiteit weer terug kan groeien die een (oer)oud bos heeft, hoe bomen zich verhouden tot hun afstammelingen, hoe ze gezamenlijk een gevelde boom ondersteunen, hoe ze zich beschermen tegen dieren die hun bladeren eten, hoe ze onderling communiceren etc. En dan komt de mens die de bomen kapt en dan letterlijk het bos niet meer kan zien door de (gevelde) bomen.
De uitdaging is nu weer deze inzichten te verbinden met onze ideeën op het gebied van beleggen in duurzame bosbouw. Gelukkig zijn hier voldoende mogelijkheden om een positieve bijdrage te leveren aan de biodiversiteit. Dus wat dat betreft kunnen we het bos weer zien.